Eindelijk was het nog eens zover: we waren present op de Eurogames in Rome. In de loop der jaren hebben de Pink Devils deelgenomen aan tal van holebi-sporttornooien. Alleen de laatste jaren kwam het er niet meer van. Onze vorige deelname dateerde van 2015 in Stockholm (6 tegen 6-tornooi). Voor een deelname op groot veld (11 tegen 11) moeten we zelfs al terug tot de Outgames van 2013 in Antwerpen. Maar de voorbije julimaand trokken we vol goede moed met 15 spelers (waaronder een Amerikaanse gastspeler) naar de Italiaanse hoofdstad.
De sfeer zat er al aan de vooravond van de eerste tornooidag in, maar de volgende morgen de voetbalterreinen aan de uiterste rand van Rome bereiken bleek wel een zware opdracht. Aan het drukke treinstation Termini was het vechten om een vrije taxi te bemachtigen en daarna bovendien nog een lange rit door het chaotische verkeer. Toch stond tegen de aftrap van de eerste match iedereen paraat onder de zengende Zuiderse zon. De Duitse scheidsrechter floot de wedstrijd op gang, en dan… was het op de tanden bijten tegen Stonewall Lions uit Londen.
Maar misschien een woordje uitleg over het competitieformat. Er waren veertien deelnemende ploegen uit Italië, Spanje, Frankrijk, Zweden/Denemarken en vooral Engeland. Maar liefst de helft van alle ploegen was Engels… De veertien ploegen waren onderverdeeld in twee groepen van zeven, toch speelde elke ploeg in de groepsfase maar vier wedstrijden. De beste vier ploegen in de rangschikking die dan werd opgemaakt gingen door naar de volgende ronde. Achteraf gezien hadden we pech met de loting want twee van onze tegenstanders zouden uiteindelijk de finale tegen elkaar spelen. Tegen beide ploegen hadden we in de groepsfase geen enkele kans.
Zowel de al genoemde Stonewall Lions als de London Falcons, de eerste tegenstander op dag twee, spelen in eigen land wekelijks competitiewedstrijden. Hun voetbal gaat een versnelling hoger dan dat van ons. Het was dan ook vooral een kwestie van acher een ongrijpbare bal aanlopen en proberen toch ergens een been tussen te krijgen voor ze op doel konden trappen. Maar ook dat lukte lang niet altijd: beide wedstrijden eindigden in een 0-6 nederlaag. Zeker tegen de Falcons verweerden we ons kranig, maar de Valken werkten hun kansen simpelweg af aan 100 %.
Ook onze andere tegenstanders kwamen uit Engeland. Een iets gevarieerder wedstrijdschema ware leuker geweest, maar het was niet anders. Gelukkig waren beide andere tegenstanders meer van ons niveau. Tegen Village Manchester, na de afstraffing tegen Stonewall, speelden we goed mee en gaven we in de verdediging niet veel weg. Toch kostten enkele kleine individuele foutjes ons een tegendoelpunt tegen het einde van de eerste helft. We gaven echter de moed niet op en bleven positief. We hadden het gevoel dat er in de tweede helft toch nog iets in zou zitten. Helaas kwamen we tegen de erg felle Engelsen nooit echt in ons spel. Zelfs toen ze door een rode kaart met tien verder moesten in het laatste kwartier lukte het ons niet te profiteren van het numerieke voordeel. We bleken duidelijk over onvoldoende scorend vermogen te beschikken. Erger nog, bij een tegenaanval werd het nog 0-2. Hiermee was onze eerste kans op succes in rook opgegaan.
In de namiddag van dag twee, na onze zware nederlaag tegen de Falcons, moest het dan maar gaan gebeuren tegen Eastend Phoenix uit Londen. Was het niet voor de kwalificatie, dan toch voor de sportieve eer. We hadden immers nog geen punt gepakt, zelfs nog geen doelpunt gescoord. Voor iedereen de laatste kans om er dan toch nog iets van te maken. Maar opnieuw kwamen dezelfde pijnpunten naar boven: het creëren van kansen lukte amper, en het verzilveren van die (halve) kansen nog minder. Mede door een goeie prestatie van onze doelman gingen we wel met 0-0 de rust in. Nog 30 minuten resteerden ons om te scoren. Maar helaas helaas, ondanks onze bescheiden pogingen om de match in handen te nemen, liepen we aan tegen een snelle tegenaanval over de flank, en plots stond het toch weer 0-1. En dat bleef het ook.
Sportief waren de Eurogames Rome ’19 dus allerminst een succes, maar we denken dat de spelers die mee zijn gegaan het zich niet zullen beklaagd hebben. Eerst en vooral moet vermeld worden dat de sfeer altijd positief bleef, ondanks de tegenvallende resultaten. Er werd weinig gemopperd, iedereen bleef vooral constructief elkaar aanmoedigen. En natuurlijk was er ook een ‘tornooi’ voor en na het voetbal. Het leven in de Eeuwige Stad kan mooi zijn, met de alomtegenwoordige zon, zoveel bezienswaardigheden dan een mens keuzestress krijgt, en overal terrasjes om een fris wijntje te drinken en de smakelijkste pasta te eten… Op dit terrein hebben we zeker niet moeten onderdoen voor de andere ploegen, daar zijn we van overtuigd. Ook als de zon al uren onder was konden sommigen van ons nog ergens naast het Colosseum aangetroffen worden met een glas in de hand.
Nu is het aftellen tot Düsseldorf 2020. Want het voorbije tornooi smaakte toch naar meer. En gezien de geringe afstand tot de levendige stad aan de Rijn die volgend jaar dus gaststad is, mogen we toch hopen dat er ook meer jonge spelers dan in Rome mee onze kleuren zullen verdedigen. We zullen ze kunnen gebruiken.